Vernieuwbouw Sint-Janscollege Hoensbroek

Na 60 jaar gebruik voldoet het onderkomen van het Sint-Janscollege in Hoensbroek niet meer aan de eisen van deze tijd. Gebouwd in de jaren zestig en uitgebreid in de jaren zeventig was een uitgestrekt, niet al te efficiënt schoolgebouw ontstaan. Sloop en nieuwbouw was één van de opties die werd bekeken; uiteindelijk werd gekozen voor vernieuwbouw met renovatie om bepaalde vertrouwde en kenmerkende onderdelen te kunnen behouden.

Media Image

“Gekozen voor het beste van twee werelden”

Rector Frans Erfkemper van Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO) – samen met de gemeente Heerlen opdrachtgever – gaat aan het begin van het gesprek terug in de tijd naar de oorsprong van het huidige gebouw van het Sint-Janscollege. Hij vertelt hoe er in de periode direct na de Tweede Wereldoorlog diverse scholen ontstonden om aan de vraag naar goed opgeleid personeel te voldoen. Zo ontstond vanuit het bisschoppelijk college in Sittard eveneens het Sint-Janscollege in Hoensbroek, maakt hij duidelijk.

Noodgebouwen
Dat was in het begin een hbs die werd ondergebracht in noodgebouwen. “Vanwege de groei kwam daar van tijd tot tijd een barak bij, tot er een carrévormig geheel ontstond. In de jaren zestig werd besloten tot de bouw van een stenen gebouw. Omdat de groei doorzette, moest dat vanaf de jaren zestig opnieuw worden uitgebreid. Dat gebeurde eerst met noodgebouwen, later meer permanent.” Daardoor, vertelt Erfkemper, ontstond een complex met lange looplijnen en veel buitenwanden, wat niet bevorderlijk was voor de duurzaamheid. “Compacter bouwen ging op dat moment echter niet omdat er nog noodgebouwen stonden.” Volgens Erfkemper bleef die situatie tot voor kort ongeveer gelijk. Wel werd in 2002 nog een doosvormige constructie op het gebouw gezet waar een open leercentrum in werd ondergebracht. “Onderwijskundig is het al een hele tijd niet meer up-to-date en daarom niet geschikt voor een moderne manier van onderwijs.” Hij merkt dan op dat het Sint-Janscollege tegenwoordig zo’n 1.100 leerlingen telt en bestaat uit havo, atheneum en gymnasium.

Media Image

Omvangrijk
De afgelopen jaren was duidelijk dat er iets met het gebouw moest gebeuren. Er werden enkele studies uitgevoerd waarna uiteindelijk werd besloten om één vierde van het gebouw, het gezichtsbepalende deel, te behouden en renoveren en de rest te slopen en vervangen door nieuwbouw. De gemeente Heerlen was vanaf het eerste moment erbij betrokken, vertelt wethouder Jordy Clemens, (o.a. Onderwijs). “Als gemeente hebben we de afgelopen jaren over de hele linie grote stappen gezet wat onderwijsvoorzieningen betreft. Er zijn basisscholen op loopafstand en middelbaar onderwijs op fietsafstand. Het faciliteren van passend onderwijs op de juiste locatie heeft alle aandacht. Dat betreft inmiddels zo’n 30 projecten, groot en klein, waarvan het Sint-Janscollege het meest omvangrijk is. Dat er iets met het gebouw moest gebeuren, daar hoefden ze me niet van te overtuigen. Loszittende stenen, gaten, rottende kozijnen, het was me allemaal bekend.” De oplossing waarvoor is gekozen, vernieuwbouw met renovatie, kan rekenen op de waardering van de wethouder. “De plannen zijn ambitieus en uiteindelijk is gekozen voor het beste van twee werelden: behouden van de herkenbaarheid gecombineerd met de voordelen van nieuwbouw.”

Media Image

Briefjes
Frans Erfkemper maakt vervolgens duidelijk dat er voor een uitgebreid en gedegen voortraject is gekozen waarbij door een specifiek voor dat doel geselecteerd architectenbureau eerst een voorstudie werd gedaan. Daarop werd het programma van eisen gebaseerd dat samen met de onderwijskundige ideeën werd vastgelegd in een eindrapport. Vanuit dat eindrapport werd een nieuwe aanbesteding gedaan waarbij de keuze viel op Frencken Scholl Architecten en in een later stadium als aannemer BAM Bouw en Techniek. “Met die partijen zijn we aan de slag gegaan met als doel een mooi, aansprekend gebouw te realiseren met moderne faciliteiten zoals naast lokalen ook leerpleinen en collegezalen en een moderne sportzaal.” Architect Peter Scholl maakt duidelijk dat daarbij de vraag werd gesteld hoe een gebouw te ontwerpen met een bepaald type architectuur dat tevens duurzaam is en dienstbaar aan het onderwijs. “Wat er stond was een uitgebreid gebouw waarin de communicatie moeizaam verliep, getuige de briefjes op allerlei deuren.”

Media Image

Fases
Hij legt uit dat er ietwat van de plannen uit de voorstudie is afgeweken. Lachend: “Laten we het zo stellen, we zijn een beetje stout geweest, met de juiste bedoelingen. We vroegen ons af waarom drie bouwdelen laten staan terwijl je juist streeft naar een efficiënt, compact geheel. Dus hebben we de mogelijkheden om het compacter te maken onderzocht. Bouwdeel A moest blijven staan, vanwege de herkenbaarheid. We hebben vervolgens gekeken hoe het geheel te verdichten. Daarbij hebben we het sentiment enigszins laten varen; je wilt toewerken naar een architectonisch fraai, goed geïsoleerd gebouw en niet naar een reliek uit het verleden. Daarop zijn de plannen wat aangepast, waarbij onder meer gebruik is gemaakt van de hoogteverschillen in het terrein. Vervolgens zijn we naar de uitvoering gaan kijken. De uitdaging was dat er in fases moest worden gebouwd. De school blijft in gebruik omdat er geen alternatieven om uit te wijken zijn.”

Media Image

Spannend
Die fasering, zegt projectleider Bjorn Schaapkens van BAM, is naast het financiële aspect één van de grote uitdagingen van het project. “Je bouwt op een postzegel en moet de veiligheid van leerlingen en personeel kunnen garanderen. Dat is heel spannend. Daarom hebben we er twee mensen op gezet om dat uit te werken en te begeleiden. En ja, dat leidt wel eens tot discussies omdat alles heel nauw luistert. Dan ga je aan knopjes draaien en dat blijf je feitelijk doen gaande het proces.” Hij merkt op dat de eerste fase in juni klaar is en dat de tweede fase momenteel in voorbereiding is. “Waar we tot nu vooral hebben gestript begint dan het echte sloopwerk. We kijken momenteel naar de invulling van veilige looproutes en het aanbrengen van vluchtwegen. Dat is een heel gepuzzel.” Logistiek lag er volgens Schaapkens eveneens een uitdaging, al was de aanwezigheid van de buitenring wat dat betreft weer een voordeel. “Het was vooral op de locatie zelf zoeken naar de juiste mogelijkheden. Zo was er aan de overzijde een open ruimte die we als bouwplaats hebben ingericht en tevens als parkeerplek. Leveringen vinden in van te voren afgesproken dagdelen plaats, leveranciers moeten zich van te voren aanmelden en er is continu een medewerker om alles in goede banen te leiden.” Frans Erfkemper geeft aan dat hij inmiddels in de praktijk heeft gezien dat bouwen en onderwijs elkaar bijten. “Daarom is er wekelijks overleg. Zeker als er bijvoorbeeld een examenperiode is, liggen de eisen hoog. Dat overleg verloopt overigens prima, we zijn inmiddels naar elkaar toe gegroeid.”

Circulair energienet
Peter Scholl legt vervolgens uit dat duurzaamheid alle aandacht heeft. Omdat het geen volledige nieuwbouw is, zegt hij, wordt het gebouw niet helemaal, maar bijna energieneutraal, onder andere door warmtepompen te gebruiken. Wel komt er de mogelijkheid het in de toekomst aan te sluiten op het circulaire energienet van Mijnwater. Wat op bijval van Jordy Clemens kan rekenen. “Dat energiebedrijf is wereldwijd koploper wat betreft warmte-koude-uitwisseling, waarbij gebruik wordt gemaakt van opslag in oude mijngangen. Het was ooit van de gemeente, maar tegenwoordig van het Limburg Energie Fonds (LEF).” Tot slot de vraag aan de betrokkenen wanneer de werkzaamheden naar verwachting worden afgerond. “We zijn vorig jaar rond Pasen begonnen en verwachten rond kerst 2023 te kunnen afronden. Daar kijken we naar uit. We realiseren ons dat we hier met een bijzonder project bezig zijn en zijn benieuwd naar het eindresultaat.”

Een realisatie van;

LB68_heatingtec.jpg

LB68_bam.jpg

29 mrt. 2024

Deel dit artikel

Partners

Structurele Partners